Over democratische plicht gesproken

Hulde aan Ina Brouwer.

In de Volkskrant meldde ze voornemens te zijn om zich te kandideren voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer. Brouwer, jurist, was eerder parlementariër in de ‘80-er en ‘90-er jaren van de vorige eeuw. Naam gemaakt als communist. Die waren er toen dus nog. Ze stond later aan de basis van Groen Links, en is nu beschikbaar voor de combinatie die deze partij aangaat met de Partij van de Arbeid.

Wat haar siert is de kernachtige formulering van de context die haar motiveert. ‘…het Kamerlidmaatschap is geen carrièrestap maar een democratische plicht, je moet het doen op momenten in je leven dat je iets te zeggen hebt…’

Uit het hart gegrepen. Kernachtiger kan het niet. En de kiezer kan prima beoordelen of die zeggingskracht een plek verdient in het parlement. Zomaar, plotseling een onverdachte positieve sollicitatie. Naar een plaats op de lijst bij een grotere partij die het niet gemakkelijk heeft.

Wat een verademing, een dergelijke uitspraak. Na alle abrupte aankondigingen de afgelopen maand van vertrek, stuivertje wisselen en vooral ook nog weer ‘diep nadenken’. Gedeeld, verafschuwd en geprezen op sociale media.

Haar leeftijd heeft ze mee: wijsheid is eenvoudig vast te stellen bij een 73-jarige. Gelukkig meldt ze zich niet als wéér een nieuwe kloon van al die andere avonturiers en eigenrijers die zich bijna dagelijks melden aan de poort van de landelijke politiek.

Inmiddels zitten we met 21 fracties opgescheept in de Kamer. De kleintjes toeteren en blazen, maar hebben feitelijk niets in te brengen. Verloren moeite, verspild geld. Allemaal opdat de stem van het volk zou weerklinken.

Geef mij maar het type à la Brouwer: mee willen doen, maar dan wél bij een groep die bestuurlijke traditie in zich heeft, vooruit wil als groter gezelschap. Daar dien je je als kandidaat te vóegen, stap één in samenwerking.

De kleintjes houden daar niet van. Vaak op de politieke Bühne verschenen vanuit interne ruzies en haantjesgedrag. In nagenoeg álle gevallen werd er te weinig erkenning ervaren.

Dán Brouwers’ beginsel. Je wilt parlementariër worden niet omwille van je eigen te strelen ego of carrièrebelang. Neen: een bijdrage leveren aan het belangrijke maar tegelijkertijd tere en kwetsbare democratische proces. Vanuit beginselen en opvattingen. Klaar om het debat aan te gaan. Maar vooral om te construeren. In het belang van ons allen, óver partijpolitieke grenzen heen.

Laat de ‘Brouwers’ maar komen op de lijsten.

Zomaar, plotseling een onverdachte positieve sollicitatie.

Plaats een reactie