Ooit was er een tijd dat jonge luitjes het feest van Driekoningen vierden langs de deuren. Op 6 januari waren we op straat te vinden. Met ‘…mirre, wierook ende goud…’ of wat daarvoor door moest gaan.
Driekoningen, het laatste restje Kerst na Kerst. Als wijzen uit het oosten, op stap met een doosje of tasje waarin geld, snoep en andere hebbedingetjes werden verzameld. Verkleed in groepjes van drie, de straten langs. Aanbellen, luid zingen en hupsakee….alweer een toffee. In de directe buurt, en mocht daar teveel concurrentie rondstruinen, dan ook enkele straten verderop.
Altijd aan het begin van de avond. Het werd al vroeg donker. Vòòr de schemering intrad was geen haalbare kaart. Uit school, verzamelen en geschminkt worden. Verschillend geplande avondmaaltijden veronderstelden een strakke tijdsplanning om maximaal succes te boeken bij al die voorgenomen belletjes.
Bij landarbeiders werd er rond vijf uur gegeten, kantoorbedienden aten om half zes en middenstanders op z’n vroegst om ’n uur of zes. De bovenlaag van de goegemeente at niet eerder dan na half zeven. Nog niet zo simpel om als koningen qua timing het juiste moment te vinden waarop je overal welkom was.
De tocht langs de deuren was steeds weer een les in socialisatie. Zijn we welkom, wie zal er opendoen, wie voert het woord, welk liedje zingen we ? Evenzovele kwesties waarop de koninkjes, meestal zo rond een jaar of tien oud, niet altijd een duidelijk antwoord hadden, laat staan onderling verwachtingen hadden afgestemd.
Groot groeien door zingend en ‘bedelend’ langs de deur te gaan. We leerden de volwassen medemens kennen. Omaatjes, vermoeide moeders van grote gezinnen, alleenwonende vrijgezellen, samenlevende volwassen broers en zussen. Een wereld van verschillen kwam tevoorschijn achter al die geopende voordeuren. De daarbij behorende, steeds koninklijke aanpak werd ter plekke uitgevonden.
Over natuurlijke lessen in sociale vaardigheid gesproken. Kom daar vandaag de dag nog maar eens om. Aan de deur? Daar komt met uitzondering van een gehaaste pakketbezorger niemand meer.
Een wekelijkse collectebus is volledig uit de gratie ( ‘…doe maar digitaal…’).
Heitje voor karweitje: járen geleden dat ik voor het laatst een scout aan een klusje heb geholpen.
Oud papier ophalen door verenigingen? Nagenoeg overal weggesaneerd.
De enige langs-de-deur-straat-activiteit die zich in toenemende belangstelling mag verheugen, is het verkleed- en spookspektakel Halloween. Naar de diepere betekenis is het gissen, maar dat mag de pret kennelijk niet drukken. Wél duidelijk aangeven of de verklede kinderschare mag aanbellen om getrakteerd te worden op snoepgoed. Gereguleerd langs de deur dus. Dat zou niks voor mij zijn. Ik koester mijn herinneringen aan Driekoningen: straatlessen in relatiebeheer. Met handigheidjes voor het leven.

