Het blijft altijd weer een beetje thuiskomen. Wat is dat toch? Hoe vér een mens ook reist, ‘in de buurt’ blijft trekken.
In mijn geval ligt de basis richting Frankrijk in verplichte luistersessies naar Radio Bruxelles.
Tijdens mijn jeugd, onontkoombare etherkost op de radio.
Mijn vader dacht de liefde voor Romaanse talen en cultuur te bevorderen, door dágelijks én luid, de Belgische Franstalige nieuwszender door de eetkamer te laten schallen.
Wij luisterden braaf, maar niet geconcentreerd. Een zekere affiniteit met ‘Frans’ heeft het tóch opgeleverd.
De rest: met dank aan mijn docenten. Én een veelvuldig verblijf in de vele recreatieve oorden die het land rijk is.
Onlangs bezocht ik Nancy en Reims met wéér wat meer belangstelling dan vroeger. Geen kinderen op de achterbank van de auto, voldoende tijd en een gerijpt begrip voor stedenbouwkundige schoonheid. Maar vooral ook het genot van stilstaan en reflectie.
De indrukwekkende Cathédrale Notre Dame de Reims en de beeldschone Place Stanislas in Nancy, hotspots die bewondering oproepen. Het vermogen tot ontwerpen waarover sommige van onze soortgenoten eeuwen geleden ook al beschikten blijft een wondertje.
Tijdens deze visite de la Lorraine et de la Thiérache, werd ik getroffen door schitterende muurschilderingen en fresco’s van een man uit onze contreien.
In de parochiekerk van het Noordfranse Jeantes bevindt zich een unieke collectie van Charles Eyck ( 1897 – 1983 ). In de ‘60-er jaren van de vorige eeuw maakte de Limburgse kunstenaar dit oeuvre ter plekke, in ruim twee jaar tijd.
In Frankrijk zijn er slechts drie ontwerpers van schilderingen in kerken, die er ‘toe doen’: le Corbusier, Chagall én Eyck.
De twee eersten worden alom geroemd, wereldwijd. Charles Eyck is een kunstenaar die zèlfs ‘ bij ons’ nauwelijks wordt gekend.
Holland speelt de eerste viool in de Nederlandse wereld van kunst en cultuur. De gelden vanuit Den Haag blijven hangen in de Randstad. Rijksmusea vinden we hoofdzakelijk dààr en de kunstelite verblijft in de verbeelde stadstaat Amsterdam.
Limburg is het aanhangsel. Eyck werd misschien wel erkend, maar hoort er niet echt bij in trendsetting Holland.
In Jeantes wonen zo’n 200 mensen. Véél te weinig om de kostbare kunstwerken in financieel opzicht te kunnen onderhouden. En dat is hard nodig.
Nederland is verplicht ondersteuning te bieden.
Het zal niet gebeuren: het ooit vermaarde Institut Néerlandais in Parijs werd meer dan tien jaar geleden gesloten.
Wie zal er dan nú nog toezien op instandhouding van cultureel erfgoed in la Flandre française?

afb.: https://www.terascia.com/a-jeantes-la-ville-charles-eyck/
