Extreem-rechts

Ophef in de Kamer.
Het zal na vandaag, nu het regeerakkoord van ‘de hoop’ is gepubliceerd, vast nóg veel vaker voorkomen.
De voorzitter van ons parlement verbiedt een van zijn mede-volksvertegenwoordigers om één van de politieke partijen te kwalificeren als ‘extreem-rechts’.
Daartoe voelde de praeses zich kennelijk geroepen.

Vreemd: bij mijn weten mogen parlementariërs ver gaan in hun uitspraken in ‘s-lands vergaderzaal.

Populisten hebben de wellevendheidsgrenzen en het daarbij toelaatbaar geachte taalgebruik in de Kamer stevig opgerekt.
De laatste jaren zijn kwetsende of soms zelfs beledigende uitspraken schering en inslag geworden. En daarvoor dragen zij de volle verantwoordelijkheid.
Dus als er één voorstander van het vrije woord is, dan mag je aannemen dat je bijna als vanzelf uitkomt bij de huidige Kamervoorzitter.  

Gaat er dan toch plotsklaps een grens gesteld worden nu diezelfde populisten de macht lijken over te nemen ?
Na een historische verkiezingszege de grootste partij worden en inmiddels trots op een ‘hoopvol’ regeerakkoord, kan er blijkbaar wel een autocratisch riekend tandje worden bijgezet.

De vrijheid van meningsuiting is in het parlement gelukkig heel erg groot. Ja, draagt er zelfs onschendbaarheid in zich. Van alles mag er worden geroepen. En dan toch het priemende oogje met bijbehorend vermanende vingertje van de voorzitter.
Van PVV-komaf.

De Kamerbovenmeester zal er toch geen dubbele moraal op nahouden? Want, wat Geert Wilders allemaal mag is daarom nog niet toegestaan aan gewone Kamerleden. Kom nou! Of is het een vorm van inmiddels typisch beschaafd populistengedrag: opportunisme als het zo uitkomt, principieel als het past.
Ofwel: volstrekt ongeloofwaardig en glibberig.

Het voelt niet goed, het ‘verbod’ van de voorzitter. Laat Kamerleden vooral elkáár corrigeren op ongewenst taalgebruik. 

‘Extreem-rechts’ duidt op politieke opvattingen waarin gelijkwaardigheid van allen, ter discussie wordt gesteld.
Het is niet anders. Helaas.
Het gebruik van deze kwalificatie verbieden is anti-democratisch. 

En mag ‘extreem-links’ soms ook niet gebezigd worden?
Extreem gedachtegoed expliciet aan de kaak stellen in het parlement getuigt van lef en moed.
Wie zich aangesproken voelt heeft het recht zich te verdedigen. En de plicht om degene die de uitspraak doet uit te dagen tot grondige reflectie. Publiekelijk.
In het belang van de verdieping van het debat.

Laat de Kamervoorzitter daar zijn energie op richten.
Én op het corrigeren van Kamerleden die van schofferen en persoonlijke beledigingen hun politieke handwerk hebben gemaakt.
Druk zat dunkt me, binnen zijn eigen volksgeöriënteerde smaldeel in ‘s-lands vergaderzaal.

foto: Clipphanger

Plaats een reactie