In de epiloog vraagt schrijver Frank Bokern zich af wie nou eigenlijk het crapuul was?
De bewoners van het Stokstraatkwartier, Maastricht’s 19e- én 20e- eeuwse krottenwijk, of misschien toch regenten en fabrikanten in deze verder ó zo Bourgondische stad.
Als een journalistieke roman leest de prachtige en aangrijpende kroniek van wel en wee in een duistere achterstandswijk in het diepe zuiden van ons land. Hoe de buurt van ‘zeer sjiek’ in een neerwaartse spiraal terechtkwam en keer op keer verder verloederde.
Met veelvuldig landelijke aandacht vanuit politiek en pers. Bijna twee eeuwen lang.
Maastricht, nú stad van wetenschap en internationalisering, culturele hotspot en topper in de weekendjes-weg.
Ooit de allereerste stad in Nederland waar de industriële revolutie zichtbaar werd. Met alle smeerlapperij van dien. Fabrieksstad van het eerste uur. Met ongeëvenaarde armoede, uitbuiting en moreel verval.
Het Stokstraatkwartier, nu fier aangeduid als ‘….hét historisch rijke stadsdeel….., een bruisend kwartier met een gevarieerd en ruim aanbod….’ Ronkende folderpraat.
Vrouwen tellen er ‘…duizenden euro’s neer voor een handtasje…’.
Tot aan de ‘70-er jaren van de vorige eeuw was het wel even anders. ‘Onmaatschappelijken’ leefden er. Soms met zo’n twintig tot dertig man bij elkaar, jong en oud. Opeengepakt in krottenwoningen met kamers van enkele vierkante meters. Zonder verwarming. Waar vocht, schimmel, gaten in het dak en één gemeenschappelijk privaat de ellendige leefomstandigheden van de arbeiders en hun families tot een ware hel maakten. Gebrek aan hygiëne en zonder énig perspectief op verbetering. De ellende van de onderklasse nam er dramatische vormen aan.
Iedereen werd de fabrieken van Petrus Regout ingejaagd. Kinderen vanaf 7 jaar jong en vrouwen incluis.
Lezend in het voortreffelijk geredigeerde boekwerk krijg je een ontluisterende inkijk in de ontwikkeling van het stadsproletariaat in de afgelopen eeuwen.
Je zou spontaan bevangen worden door idealen van klassiek communisme en solidair socialisme. Uitbuiting was het kapitalistische devies.
In een chronologische opsomming passeren alle mislukkingen die roomse kerk, kapitaalkrachtigen en fabrikanten op hun geweten hebben.
Papieren beleidsontwikkeling is er voortdurend geweest: onderzoeken, enquetes, plannen en projecten. En toch veranderde er feitelijk niets aan de ellendige omstandigheden.
Totdat uiteindelijk vijftig jaar geleden een grondige, kostbare en vooral noodzakelijke renovatie in gang wordt gezet. Met vervolgens andere bewoners. De oude bewoners, (crapuul?) waren inmiddels verdreven naar vaak slechte huizen.
Door wie? Door crapuul, dat staat vast.
Lees Crapuul en huiver.
De politieke macht: van ‘ons’………?

