Berlijn: stad zonder poortjes in het OV…. ra, ra hoe kán dat?

Onlangs was ik in de stad die met zo’n slordige vier miljoen inwoners gerekend mag worden tot de grotere steden van Europa. Stad met een rijke geschiedenis. Met veel oorlogsverwoesting en gelegen ver weg van ‘het Westen’.

Tegelijkertijd een metropool die in de loop der tijd zo bepalend is geworden voor het beeld van vrijheid en tolerantie. Waar alles lijkt te mogen én te kunnen. Veel groen, veel diversiteit, booming en vrijzinnig, uitgelaten en provocerend. Een stad met rauwe randen en toch ook burgermansfatsoen. Genieten dus van sfeer en ambiance, keuken en muziek, van parken en pleinen. En dat alles in overvloed.

Als geen andere stad getekend door leven en leed van onze Europese voorouders. De kracht van wederopbouw die overal om je heen bijna wanhopig is waar te nemen. Gastvrij ook voor ontheemden en vluchtelingen. Door de eeuwen heen.

Kosmopolitisch, met voorzieningen die je daarbij verwacht. Ook in het Openbaar Vervoer ( OV ).

Van mijn verbazing bekwam ik nauwelijks toen ik opnieuw kennis maakte met U- en S-Bahn, met tram en bus. Als een slangenfamilie baant het zich een weg door de drukte in deze agglomeratie en vooral ook daar ónder en bóven. In buizen en tunnels, op bruggen en viaducten. Prachtige stations met onvervalste kenmerken uit de Jugendstil. Maar sommige ook herkenbaar vanwege de oerlelijke Nazi-architectuur.

In ons land zijn we inmiddels gewend geraakt aan een OV-stelsel met toegangspoortjes, scanners en glazen wandjes. Met barcodes op e-tickets banen we ons, ná inchecken, een weg door de publieke ruimte. En wee je gebeente als je per ongeluk bij de verkeerde vervoerder incheckt. Leiden in last. Ongeldig. Onze OV-chipkaart is dé entrée naar mobiliteit.

Zonder detectiepoortjes, waarop dan ook nog een groene pijl te zien moet zijn, geen stap voorwaarts in dit vrije land. Zwartrijders denken we het leven zuur te maken. Sociale veiligheid op stations menen we zó beter onder controle te kunnen krijgen. Wat ooit begon als ferm ingezet middel op agressielijnen, is verworden tot totalitair aandoende controle op elke stap in het OV.

Dan Berlijn: níets van dit alles. Iedereen loopt frank en vrij, ongehinderd en ongecontroleerd metro in, tram uit. Vloeiend, zonder haperingen beweegt de mens zich van A naar B. En gedraagt zich.

Hoe dat kan? Berlijners beweerden: goed voorbeeld doet goed volgen. Dat stemt tot nadenken. Ik kan er niet over uit.

Plaats een reactie